

Vijf Succes- en Faalfactoren
van het Facilitair Service Centrum
Een Facilitair Service Centrum ontvangt en verwerkt vragen en meldingen van medewerkers. Die medewerkers zijn meestal werkzaam in grotere organisaties.
Het service centrum registreert daarnaast klachten en storingen en analyseert problemen in de facilitaire processen. Waar nodig worden andere afdelingen of leveranciers ingeschakeld.
Het service centrum bewaakt vervolgens de voortgang, houd zijn (interne) klanten op de hoogte en evalueert de afhandeling.
We hebben het nu over een echt service centrum.
Maar veel zogenaamde service centra vullen bovenstaande functies slechts gedeeltelijk of zeer beperkt in.
Hoe dat komt?
Veel grote organisaties en facilitaire leveranciers bezaten tot voor kort een zg. ‘servicepunt’. Deze servicepunten hadden de taak om als service ingang en ‘One Stop Shopping’ ingang voor facilitaire diensten te fungeren.
We komen ook de term ‘Facilitair meldpunt’ tegen. Die term geeft nog sterker aan dat het gaat om centrale registratie en niet om aansturing van service.
Aan de andere kant komen we ook facilitaire servicepunten tegen die wel integraal en effectief werken. Die de service organisatie echt aansturen en bewaken en die de klanten informeren over de voortgang.
Maar dat zijn uitzonderingen.
‘Servicepunten’ hebben daarom in de afgelopen decennia een minder goede naam opgebouwd. Als je door het servicepunt geholpen moet worden ‘ben je de sigaar’, is het gevoel dat ging leven.
Vaak zie je dan dat organisatie eenheden zaken zelf gaan regelen.
Onbehulpzaam. Dat is het beeld dat ontstond rond Facilitaire Service Punten.
Daarom zijn bedrijven de term 'servicepunt' gaan vervangen door de nieuwe naam 'Facilitair Service Centrum' of ook wel ‘Facilitaire Service Desk’. (Wij gebruiken beide termen door elkaar.)
Window dressing
De nieuwe naam dient om negatieve associaties met het woord 'servicepunt' af te schudden en ook om de verandering naar betere dienstverlening te markeren.
Helaas schort het nog vaak aan dat laatste. De naamsverandering in combinatie met te geringe aanpassingen aan de taken en verantwoordelijkheden van het voormalige servicepunt levert dan niet de gehoopte betere resultaten op.
Laat je daarom niet door naamgeving in de luren leggen. Het is de achterliggende uitwerking die ertoe doet.
Waar moet je dan op letten?
Bij regisseurs, huismeesters en Demand Managers zien we dat ze zoeken naar het antwoord op die vraag. Wat zijn nu de kenmerken van een professioneel en effectief service centrum?
Verderop gaan we uitgebreid op die kenmerken in, de succes- en faalfactoren.
Van Huismeester naar Facilitair Servicepunt
naar Facilitair Service Centrum
Wat zijn de verschillen? Wat levert het op?
In de vorige eeuw, en dat is niet zo lang geleden als het lijkt, zagen we in organisaties huismeesters rondlopen. Die huismeesters kenden het gebouw waar ze voor verantwoordelijk waren, hun klanten en de facilitaire werkzaamheden.
De huismeester was het aanspreekpunt en de regelaar voor facilitaire zaken. Hij was de spin in het web en als je een goede relatie met hem had, kon je zaken ‘geregeld krijgen’.
Maar toch functioneerde die huismeester constructie niet optimaal.
De diverse afdelingen en facilitaire leveranciers vormden losse eilandjes die elk hun eigen werkzaamheden uitvoerden zonder onderlinge afstemming.
Daarnaast zag je binnen één organisatie flinke verschillen optreden in de facilitaire dienstverlening. Dat laatste bleek afhankelijk van de huismeester ter plekke.
Die verschillen in dienstverlening werden dus veroorzaakt door het ontbreken van één aanspreekpunt voor providers die meerdere gebouwen en meerdere huismeesters bedienden.
Zoektochten naar efficiëntie en Outsourcing van facilitaire werkzaamheden zetten de huismeesterfunctie verder op de tocht en het facilitair servicepunt deed zijn intrede.
One stop shopping
Het servicepunt voorzag in ‘one stop shopping’ naar medewerkers en naar dienstverleners en leverde kostenbesparingen op.
Zo’n servicepunt kent echter ook zijn beperkingen.
Zo is het servicepunt bijna altijd afhankelijk van de achterliggende dienstverleners/leveranciers en kan het zelf geen service afdwingen of aansturen.
Het servicepunt is feitelijk een veredeld callcenter. Het registreert klachten, vragen en opdrachten en biedt bepaalde hulp en oplossingen aan, zonder invloed te hebben op die hulp en oplossingen.
Die achterliggende facilitaire leveranciers hebben bovendien hun eigen logistieke belangen en efficiency doelen.
Die belangen en doelen zijn vaak nog steeds ‘eiland gebonden’ en gaan ten koste van de Integrale Facilitaire dienstverlening (hierover verderop meer).
Vanuit de behoefte aan betere dienstverlening ontstond het Facilitair Service Centrum. Zo’n service centrum registreert ook vragen, klachten en opdrachten, maar biedt vervolgens service aan. Service die ook concreet wordt aangestuurd en bewaakt.
Een service centrum analyseert daarnaast problemen en herhalingen van klachten en werkt actief aan het oplossen daarvan.
Dat klinkt goed maar in de praktijk valt het vaak tegen
Veel organisaties hebben de term ‘servicepunt’ vanwege de negatieve connotatie afgeschaft en vervangen door het actiever en positiever klinkende ‘service centrum’.
Maar hierbij is vaak nagelaten om de onderliggende taken en verantwoordelijkheden en de kwaliteit van de bemensing ook aan te passen.
Dat roept vragen op zoals:
- Hoe weet je nu of zo’n Facilitair Service Centrum ook werkelijk effectief is, toegevoegde waarde levert?
- En wat kosten die aanpassingen, en leveren die extra kosten ook betere resultaten en besparingen elders op?
Daarnaast zien we in de praktijk van facilitaire service organisaties dat er veel weerstand tegen service centra concepten bestaat.
Welke soorten weerstand moet een servicedesk overwinnen binnen de facilitaire service organisatie? Hoe stel je vast of dat lukt?
Kortom, hoe krijg je echt betere resultaten van de facilitaire dienstverlening met behulp van een Facilitair Service Centrum?
Een overzicht van deze Slagkracht Gids over het Facilitair Service Centrum
Wat ga je ontdekken? Wat behandelen we?
Over de servicedesk in combinatie met Outsourcing hebben onze lezers in de afgelopen tijd een hoop vragen gesteld.
We hebben die vragen hieronder gerubriceerd en beantwoorden ze in de volgende paragrafen.
§ 1. Zes kerncompetenties van een Facilitair Service Centrum
Welke zijn dat? Wat maakt ze belangrijk? Waar heb je ze voor nodig?
§2. Vier belangrijke uitdagingen voor Facilitaire Service Centra
Wat zijn die uitdagingen, wat maakt het uitdagingen en welke belangen botsen hier. Welke belangen moeten gemanaged en met elkaar verzoend worden?
§3. Wat bepaalt voor de interne klanten (medewerkers en managers) het falen of succes van een servicedesk?
Welke kennis en vaardigheden moeten de servicedesk medewerkers bezitten om een succes van hun werk te kunnen maken?
Wat is het verschil tussen een servicedesk en een callcenter? Hoe vertaalt dat zich in de praktijk?
§4. Welke KPI’s heb je nodig om te bepalen of het centrum effectief is?
Welke KPI’s zijn belangrijk en welke KPI’s zijn dodelijk voor een service centrum? Kun je dat met een praktijkvoorbeeld illustreren?
Hoe maak je zichtbaar dat het Facilitair Service Centrum actief bijdraagt aan het succes van de hele Facilitaire dienstverlening?
§5. Een Holistische benadering door het Service Centrum levert veel voordelen op
Welke voordelen zijn dat? Wat moet je ervoor doen om ze binnen te halen? Wat moet je vooral niet doen? Wat maakt die benadering zo belangrijk?
§6. De Regie-organisatie en het service centrum.
Kun je beter de servicedesk uitbesteden of intern houden en bij de Regie-organisatie voegen? Welke voorwaarden moet je aan voldoen voor de ene keuze of de andere keuze?
Wat gebeurt er als aan die voorwaarde niet wordt voldaan? Wat is het verschil tussen deze servicedesk en de klassieke servicedesk van de meeste facilitaire dienstverleners?
§7. Welke weerstand binnen dienstverlenende organisaties moet een service centrum overwinnen?
Hoe komt het dat er bij de uitvoerende diensten weerstand bestaat tegen het service centrum?
Is die weerstand bezien vanuit het perspectief van de uitbesteder een goed teken of een slecht teken?
Hoe werk je, hoe werkt het service centrum, hoe werkt Regie en Demand Management aan het wegwerken van die weerstanden en wat levert dat dan op?
Kun je een praktijkvoorbeeld hiervan geven?
§8. Waarom is een Facilitair Service Centrum duurder dan een IT helpdesk?
Wat maakt dat een facilitaire servicedesk duurder is dan een ICT servicedesk? Hoe ga je om met kosten van de servicedesk en hoe leg je die kosten uit aan de directie?
Welke baten staan tegenover die kosten?
§9. Vier verschijnselen die dodelijk zijn voor de effectiviteit van een service centrum
Welke voorwaarden spelen een rol bij de effectiviteit van een servicedesk? Wat is de kwaliteit van de bezetting die je nodig hebt in een servicedesk?
Waarin verschilt dit met een callcenter en waarin verschilt dit met een regie-organisatie.
§10. Hoe faciliteer je als Regisseur / Demand Manager de effectiviteit van een Facilitair Service Centrum?
Ik hoorde dat er vier kenmerken zijn die de effectiviteit van het Facilitair Service Centrum ondermijnen.
Kunt u daar iets meer over toelichten en wat kunnen wij vanuit de Regie-Organisatie daaraan doen?
§11. Conclusie en samenvatting: Vijf succes- en Faalfactoren van een Facilitair Service Centrum
Tot zover deze introductie en overzicht van de onderwerpen die we behandelen en de lezersvragen over de praktijk die daarbij aan bod komen

De Slagkracht Gids:
Vijf succes- en faalfactoren
van het Facilitair Service Centrum
1. Zes kerncompetenties van het Facilitair Service Centrum
Van de hierna volgende competenties kun je voor de eerste twee betwisten of die binnen een Facilitair Service Centrum thuishoren of eerder bij een Facilitair manager.
Het antwoord hangt af van hoeveel je hebt uitbesteed of wilt uitbesteden. Indien je FM volledig wilt uitbesteden, zal de Demand Manager toch over de kennis van deze twee kerntaken moeten beschikken.
Als FM volledig is uitbesteed zal bij de hoofdleverancier, de leverancier die eindverantwoordelijk is voor alle te leveren facilitaire diensten, die kennis ook bij voorkeur in het Facilitair Service Centrum aanwezig zijn.
Dus niet ergens achteraf in een stafafdeling, want die mensen zitten veel te ver van de praktijk af.
Die kennis in het service centrum maakt het centrum een goede gesprekspartner voor de opdrachtgever, de Regisseur / Demand Manager.
De zes competenties
1. Beheersing van de cijfers
De meeste facilitaire medewerkers zijn geen economen, wiskundigen of controllers. Maar budgettering en financiële planning zijn niettemin belangrijke onderdelen van het werk.
De belangrijkste statistieken en prestatie indicatoren van facilitair management zijn bekend en men weet hoe je ze kunt berekenen.
De wereld van KPI’s heeft geen geheimen voor de formulemanager, de coördinator of de manager van het service centrum.
2. Juridische kennis
Een superheld in facilitair werk heeft geen rechtendiploma nodig, net zomin als een wiskundegraad.
Maar kennis van de impact die lokale, regionale en Europese regelgeving heeft op de organisatie die door de facilitaire eenheid wordt bediend, is voor die organisatie wel enorm belangrijk.
In welke branche jij je ook bevindt, de kans is groot dat er tal van statuten en voorschriften gelden voor alles. Van HR tot de dagelijkse bedrijfsvoering. Het kunnen toepassen van ARBO-wetten is daarom belangrijk.
Voor elke organisatie waarin zich werk gerelateerde risico’s voordoen, is ook bekendheid met bijvoorbeeld OSHA-voorschriften van belang. Verder zijn er voorschriften voor legionella bestrijding, werken aan daken en gevels, milieu etc. etc.
Te veel om hier op te noemen. Maar elke organisatie heeft een instantie nodig die ze kent, volgt en de toepassing bewaakt.
3. Kennis van de business
Kennis van de business die de facilitaire dienst bedient.
Natuurlijk betreft de primaire kennis van betrokkenen het facilitaire werkveld. Maar daarnaast zijn kennis en inzicht in de business die wordt bediend van vitaal belang.
In een ziekenhuis spelen voor FM andere zaken een cruciale rol dan in een groot kantorencomplex.
En in een fabrieksplant spelen weer heel andere zaken. Die voor de business cruciale zaken moet het Facilitair Service Centrum tot in de haarvaten kennen.
4. Weten hoe te handelen in
noodsituaties
Planning, oefening en voorbereiding zijn bij noodsituaties belangrijke factoren.
Als betrokkenen precies weten hoe ze moeten reageren als zich een urgente situatie voordoet, worden ze niet overrompeld. Zijn ze voorbereid!
5. Handig in de omgang met IT tools
Een effectief Facilitair Service Centrum is op de hoogte van de nieuwste trends in FM-softwareontwikkeling.
Dat centrum zorg ervoor dat bij hen een IT-platform is gesitueerd dat helpt om problemen op te lossen en verspilling tegen te gaan.
6. Planning en cross-networking in Facilitaire dienstverlening
Bedrijven bestaan uit verschillende divisies die ieder belast zijn met specifieke verantwoordelijkheden. Dat geldt ook voor verschillende leveranciers (subcontractors).
Het Facilitair Service Centrum heeft met hen allemaal contact en zorgt dat de facilitaire zaken van al die verschillende partijen op elkaar afgestemd zijn en blijven.
Bijvoorbeeld: Liftonderhoud uitvoeren tussen 07.00 en 09.00 uur in een kantoorgebouw van twintig verdiepingen is niet slim. Terwijl laadvloeren onderhoud in de fabriek misschien wel heel goed past op dat tijdstip.
Het service centrum regelt en bewaakt. Het geeft invulling aan de operationele regiefunctie.
2. Vier uitdagingen voor een
Facilitair Service Centrum
I. Incident gedreven werk
Het centrum krijgt te maken met vier soorten oproepen.
- nieuwe aanvragen voor een service
- reserveringen (ruimtes en/of reizen)
- navragen over acties of escalaties over uitstaande acties
- budget gerelateerde vragen
De benodigde deskundigheid voor deze vier soorten vragen verschilt sterk. In een kleiner service centrum is het de uitdaging mensen te vinden die met alle vragen goed overweg kunnen.
In een groter service centrum is de uitdaging om dit werk efficiënt te plannen.
Een telecommunicatiesysteem routeert vragen vervolgens naar meer specialistische medewerkers.
II. De spanning tussen gepland onderhoudswerk
en incident gedreven werk
Het service centrum zorgt voor de juiste afstemming tussen gepland werk en incident gedreven werkzaamheden, rekening houdend met klantwensen en prioriteiten.
Soms moet incident gedreven werk wijken voor regulier onderhoudswerk dat op een gegeven moment echt moet plaatsvinden vanwege risico’s die kleven aan uitstel van dat werk.
Maar het omgekeerde kan ook aan de orde zijn.
Regulier werk moet dan wijken voor incident gedreven werk. De juiste afweging op dit punt kan nauw luisteren en hangt af van risicoanalyse en minimaal ongemak voor de klant/gebruiker.
III. De prioriteiten uitdaging
Welke werkzaamheden krijgen prioriteit en hoe bepaal je dat? En nog belangrijker: wie bepaalt die prioriteit?
In onze optiek doet het service centrum dat, maar die optiek is niet onomstreden want ze botst met belangen van de overige providers/leveranciers.
Daarom komen we hier in een aparte paragraaf op terug.
IV. Het centrum moet de SLA bewaken
Dienstverleners, providers en aannemers moeten reageren op taken die binnen de kaders van de SLA aan hen zijn toebedeeld.
De servicedesk moet daarom die SLA goed kennen en kan met die kennis de afhandeling bewaken.
De servicedesk beheert en interpreteert daarnaast huurovereenkomsten en contracten.
Een service centrum identificeert proces- en workflow-verbeteringen zowel bij zichzelf als bij providers/leveranciers. Het Facilitair Service Centrum werkt hierbij samen met Regie & Demand Management.
3. Wat is voor medewerkers en managers
het belangrijkste aspect
van een Facilitair Service Centrum?
Praktijkonderzoek laat zien dat voor medewerkers en managers het belangrijkste aspect van een servicedesk is dat men met mensen kan spreken en overleggen.
Gebruikers willen op de hoogte zijn van de voortgang en vertragingen in hun opdrachten en in staat zijn om hierover met een persoon te praten in plaats van met een machine (telefoonrobot) of een webformulier.
Belangrijk is ook dat die persoon handelingsbevoegd is. Een callcenteragent die alleen maar kan registreren, is dodelijk voor de servicebeleving.
Let op! Niet alles is belangrijk!
Medewerkers en managers, interne klanten van de facilitaire dienst (klanten), geven aan dat een hoop communicatie onbelangrijk is.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, zien gebruikers/opdrachtgevers de wekelijkse updates van niet-urgente taken niet als informatie waarop zij zitten te wachten.
Het wordt vaak gezien als vervuiling van hun mail inbox.
Eén service centrum voor alle ondersteuningsdiensten, dus zowel HR, ICT als Facilitair, daar hechten klanten ook niet aan.
Wat verwachten klanten/gebruikers?
Klanten/gebruikers vinden het wel belangrijk dat als bijvoorbeeld voor de verplaatsing van een afdelingsprinter ook de ICT afdeling betrokken moet worden, dat dan de facilitaire servicedesk dat laatste regelt.
Klanten willen daarbij merken dat er echt een gesprek plaatsvindt tussen hen en de servicedesk. Ervaren dat die servicedesk medewerker met hen meedenkt.
Belangrijk is ook dat medewerkers van het service centrum verstand hebben van facilitaire zaken, maar ook dat zij de business en werksituatie van hun klanten kennen.
Van service centrum medewerkers verwacht men dat ze goede communicatieve vaardigheden bezitten en dat zij kunnen omgaan met stress en met gestreste klanten.
Klanten/gebruikers blijken een zesde zintuig te hebben voor service centrum medewerkers die worden gemonitord op het aantal opgenomen oproepen, de gemiddelde oproeplengte, de tijd besteed per klant etc.
Dat laatste roept bij klanten direct een associatie op met callcenters en meldpunten die je nooit echt kunnen helpen.
4. KPI’s die de effectiviteit en de efficiëntie
van het
Facilitair Service Centrum (FSC) bepalen
Welke FSC KPI’s bevorderen de dienstverlening en welke KPI is ‘killing’ voor de service kwaliteit?
Laten we met die laatste vraag beginnen.
En waarschijnlijk weet je het antwoord al.
Inderdaad: de ‘medewerker bezettingsgraad’ is een killing KPI. Waarom? Is die KPI geen mooie maatstaf voor efficiëntie?
Ja, dat is hij inderdaad wel. Maar er zijn drie grote nadelen die gelijktijdig optreden:
- Hoe efficiënter een service centrum werkt, des te langer de wachtrijen voor de klant worden.
- Klanten ervaren deze KPI. Ze ervaren lange wachtrijen en merken dat de service centrum medewerker gejaagd is en hen wil afschepen, zodat het servicecentrum zijn target haalt.
- De KPI staat op zeer gespannen voet met een integrale servicebelofte. Service afspreken, aansturen, bewaken, bijsturen en erover rapporteren.
Welke KPI’s zijn wel nuttig en belangrijk?
Om te beginnen: uit onderzoek blijkt dat de meerderheid van Facility Service Punten KPI’s gebruikt om hun prestaties bij te houden en te verbeteren.
Maar dat is alles.
De diagnostische mogelijkheden van KPI metingen worden niet benut. Een KPI krijgt echter pas waarde als hij holistisch wordt geïnterpreteerd.
Dat is naast het vaststellen van de absolute prestatie in een bepaalde tijdsperiode:
- analyse van het verloop van prestaties in de tijd gezien
- analyse van gelijkloop tussen verschillende Prestatie Indicatoren
- benchmark vergelijkingen
- analyse van Sterke en Zwakke punten in de servicedesk
- drijfveren onderzoek naar de prestatiekloof (Hoe krijgen zij het voor elkaar om zo laag te scoren?)
Hierop volgen dan:
- acties gericht om prestaties structureel te verbeteren
- nieuwe prestatiedoelen die ketengericht zijn in plaats van servicedesk gericht
Eenvoudig samengevat: holistisch prestatiemanagement is een kritische discipline die moet worden beheerst door elk service centrum dat streeft naar businessvoordelen voor de klant, onafhankelijk van wie die klant is.
Een eenvoudig praktijkvoorbeeld ter illustratie hiervan:
Een servicedesk van een regionale energieleverancier kampte met een lage klanttevredenheid.
Een snelle benchmark van de KPI’s liet zien dat de First Contact Resolution (FCR) van deze energieleverancier – het aantal serviceverzoeken dat wordt opgelost bij het eerste contact met de klant – zeer laag was.
Slechts 59%.
Andere Facilitaire Service Centra doen dat een stuk beter. Omdat wij uit de praktijk weten dat er een sterke relatie bestaat tussen de FCR en klanttevredenheid, hebben we geadviseerd aan die FCR te gaan werken.
De medewerkers van deze servicedesk kregen een training en meer bevoegdheden om handelend op te treden.
Dat laatste gaf de doorslag.
In het half jaar hierna steeg de FCR naar 79% en de klanttevredenheid steeg naar 7.1.
Drie prestatie indicatoren die van belang zijn
De volgende drie prestatie indicatoren komen we niet vaak tegen, maar zijn van eminent belang voor de resultaten van het Facilitair Service Centrum.
1. Terugkerende incidenten en klachten
Elk service centrum zou een rode vlag aan terugkerende klachten en incidenten moeten plakken.
Herhaalincidenten en -klachten vragen om een zorgvuldige analyse. Hoofdoorzaken begrijpen en ze onderscheiden van bijzaken of minder belangrijke zaken. Die hoofdoorzaken aanpakken en elimineren.
Herhaalincidenten en -klachten creëren onnodige vraag naar inzet binnen het Facilitair Service Centrum en binnen de organisaties van de service providers.
Door het terugdringen van deze herhaalincidenten en -klachten bespaar je dus op kosten en de klanttevredenheid gaat hiermee omhoog.
2. Aantal onopgeloste incidenten en klachten
Onopgeloste tickets, een groeiende stapel voor incidenten en klachten, is een indicator van grote en potentieel complexe problemen.
Problemen die niet alleen betrekking hebben op het service centrum, maar ook op facilitaire service, slechte werkuitvoering en/of operationele regie en management.
Het is belangrijk om topprioriteit te geven als deze prestatie indicator oploopt. Klantontevredenheid en oplopende kosten liggen hier op de loer.
3. Kostenbesparing en service verbetering
Dit is een prestatie indicator die het aantal door het service centrum geïnitieerde verbeteracties weergeeft.
Dat getal wordt ondersteund met informatie over cijfers over kostenbesparingen en klanttevredenheid verbetering.
De voorgaande drie prestatie indicatoren laten zien hoe het Facilitair Service Centrum wel of niet actief bijdraagt aan de structurele effectiviteit en efficiëntie van de facilitaire dienstverlening en van de totale businessketen!
5. Holistische benadering van het
Facilitair Service Centrum
Te vaak wordt de servicedesk gezien als een hulpprogramma en een kostenplaats die tijdens de begrotingstijd kan worden gemuilkorfd.
Die benadering kun je wijzigen als je gebruikmaakt van een adequate set prestatie indicatoren. Een adequate set prestatie indicatoren laat de invloed zien van het service centrum op kwaliteitsverbetering, kostenreducties en klanttevredenheid.
De voorgaande drie prestatie indicatoren zijn hiervan een voorbeeld. Deze prestatie indicatoren raken de gehele keten, van gebruiker tot subcontractor, en tonen in de praktijk van veel meer nut te zijn dan een lokale indicator gericht op de prestaties van een medewerker.
De holistische benadering levert integrale businessvoordelen op het gebied van kosten, service kwaliteit en klanttevredenheid.
Ketenaansturing en -monitoring en -bewaking in plaats van geïsoleerde monitoring en bewaking is de weg die een Facilitair Service Centrum moet gaan.
6. De Regie-organisatie en het
Facilitair Service Centrum
Het service centrum / de servicedesk is een centrale afdeling in een facilitaire organisatie. De functie wordt vaak vergeleken met die van een callcenter of een helpdesk.
Dat is een misvatting!
Het grote verschil tussen een servicedesk en een helpdesk, is dat ze bij de helpdesk een probleem meestal alleen registreren en het daarna voor een oplossing doorsturen naar elders.
Een servicedesk registreert niet alleen, maar stuurt vervolgens de uitvoering aan, communiceert over de voortgang en resultaten en bewaakt die.
Dit alles binnen de kaders van de afgesproken SLA met de dienstverleners/serviceproviders/leveranciers.
Er zijn twee soorten facilitaire servicedesks: interne en externe.
Bij een extern service centrum heeft een organisatie meestal haar gehele dienstverlening op facilitair gebied geoutsourcet naar een externe dienstenleverancier.
Bij een intern Facilitair Service Centrum is het personeel op de servicedesk eigen personeel. De uitvoerende service organisatie kan zowel intern in eigen beheer zijn als extern uitbesteed.
De servicedesk uitbesteden of intern houden en bij de regie-organisatie voegen?
Steeds meer facilitaire organisatieonderdelen vormen zich om tot een regie-organisatie en besteden hun operationele en tactische taken uit aan een of meerdere partijen.
De regie-organisatie stuurt vervolgens de uitbestede activiteiten aan.
Hoewel de activiteiten van het Facilitair Service Centrum moeten worden gezien als tactisch-operationele taken, is het een reële vraag of je deze activiteiten kunt uitbesteden.
Tegenstanders van het uitbesteden van de servicedesk brengen naar voren dat die moet worden gezien als de eigen etalage.
Bovendien wordt bij een totale uitbesteding, inclusief servicedesk, de afhankelijkheid van de dienstverlener erg groot.
Toch is het heel goed mogelijk om ook het Facilitair Service Centrum uit te besteden. Het succes van een regie-organisatie wordt namelijk vooral bepaald door haar inbreng op strategisch niveau en de kwaliteit van Demand Management.
Over het succesvol maken van de Regiefunctie en Demand Management hebben wij elders op deze site al tonnen materiaal beschikbaar gesteld.
Maar mocht je geen tijd hebben om dat allemaal na te pluizen, dan kun je ook onze compacte tweedaagse opleiding volgen.
In de praktijk zien we dat nog te vaak te weinig aandacht aan Regie en Demand Management wordt besteed.
De servicedesk wordt door de opdrachtgevers in toenemende mate gezien als de spil van de ondersteunende organisatie. Een spil die in belangrijke mate bijdraagt aan de medewerker- en klanttevredenheid.
Maar zonder adequaat Regie en Demand Management zal het Facilitair Service Centrum een kwijnend bestaan leiden.
Waarom?
Omdat de belangen van de dienstverleners anders liggen. Hierover verderop meer.
7. Weerstand overwinnen
Weerstand binnen de facilitaire dienstverleners die een Facilitair Service Centrum moet overwinnen. Facilitaire dienstverleners zijn namelijk niet altijd blij met de oprichting van een Facilitair Service Centrum.
Waarom niet?
Dat heeft te maken met de organisatie van het werk. Wanneer het service centrum een taak doorgeeft, wijst het ook prioriteit toe.
Bovendien bewaakt de servicedesk de afhandeling en de afsluiting van de taak. Voorheen ging dat meestal anders!
De helpdesk gaf de klus door aan een operationele eenheid en die eenheid bekeek zelf wanneer die klus het best inplanbaar was.
De operationele eenheden zijn op die wijze in staat hun werk zo efficiënt mogelijk in te richten. Zo efficiënt mogelijk te werken.
Die operationele dienstverlenende eenheden zijn gewend op hun kostenniveau afgerekend te worden. En ze zijn gewend zelf de prioriteit van zaken in te schatten en daarnaar te handelen.
Na de introductie van de facilitaire servicedesk kan die werkwijze nog steeds gevolgd worden voor werkzaamheden die door het service centrum met een relatief lage prioriteit zijn aangewezen.
Maar of iets prioriteit heeft of niet, wordt nu dus door de servicedesk bepaald, eventueel in overleg met de klant. Niet langer door de dienstverlener.
Die dienstverleners kozen voorheen hun prioriteiten vaak op basis van logistiek. Die mogelijkheid wordt hun veelal ontnomen en daar zit hun weerstand.
Een praktijkvoorbeeld: patiëntenvervoer in een ziekenhuis
In het oude systeem zag een groepsleider in zijn PC welke patiëntenvervoersopdrachten ingepland stonden, met een actueel overzicht van incident oproepen.
De groepsleider verdeelde het werk onder de vervoersteams via een portofoonverbinding. Die toewijzing was logistiek bepaald.
Als een vervoersteam zich in een bepaald deel van het ziekenhuis bevond, kregen zij een nieuwe opdracht die ook in dat deel van het ziekenhuis startte toebedeeld, los van prioriteiten of tijdsdruk.
Was er elders in het ziekenhuis een spoedklus maar geen team ter plekke, dan moest die klus wachten tot er een team ergens vrijkwam en zich naar de spoedklus kon verplaatsen.
Alleen in gevallen van ‘leven of dood’ werd hiervan afgeweken.
Door de komst van de facilitaire helpdesk moest men omschakelen van logistieke efficiëntie naar ‘dienstverlening’ en snelheid van hulpverlening.
De groepsleider en zijn teams hadden hier moeite mee, tot ze kregen uitgelegd dat zij misschien iets minder efficiënt gingen werken maar … dat daardoor de patiëntenzorg beter werd en dat in het medische circuit hierdoor kosten konden worden bespaard.
8. Hoe ga je om met kosten?
In voorgaande voorbeelden komt al zonneklaar naar voren dat de werkwijze van het service centrum soms kostenverhogend werkt in de operationele eenheden.
Wat echter van veel groter belang is, dat zijn de kosten van de totale businessketen.
Als het effect van een lokale kostenstijging is dat de totale keten efficiënter, beter en tegen lagere kosten gaat werken, dan is dat een goede zaak.
Sterker nog, dan bewijst de servicedesk zijn meerwaarde.
Waarom is een Facilitair Service Centrum duurder dan een IT helpdesk?
Het principe van een Facilitaire Service Desk is hetzelfde als van een IT Service Desk. Het gaat erom zo snel mogelijk te reageren op klantvragen en deze vragen op te volgen tot ze op een bevredigende wijze zijn opgelost.
Maar …
klantenservice bieden via een service centrum dat voor het hele bedrijf en voor alle huisvesting en alle huisvesting gerelateerde zaken instaat, is heel wat anders dan service voor een PC, je Wifi, een applicatie of Internet dat niet meer werkt.
Bij Facilitaire zaken gaat het van ontbrekend toiletpapier, tot stroomstoringen, tot lekkages, tot milieu issues, tot veiligheidsvoorzieningen tot legionella preventie tot sprinklerinstallaties, tot ongedierte bestrijding etc. etc.
Een aantal van die onderwerpen vergen meer tijd om ze op te lossen. Ook het Ticket systeem (FMIS) dat nodig is om alles vast te leggen, te communiceren en te bewaken, is aanzienlijk complexer dan het IT trouble ticket systeem.
9. Hoe faciliteer je effectiviteit/
Hoe faciliteer je als Regisseur / Demand Manager de effectiviteit van een Facilitair Service Centrum? Een aantal voorwaarden spelen hierbij een rol.
1. Geef de servicedesk de macht om besluiten te nemen
Wat is een van de gemakkelijkste manieren om teamleden vertrouwen te laten verliezen in hun werk en in hun team?
Beperk hun autonomie om beslissingen te nemen.
Beslissingen die hen in staat stellen hun taken te vervullen.
Kortom, zorg dat de servicedesk medewerkers bevoegd zijn om besluiten te nemen en opdrachten te verstrekken die passen bij de doelstellingen en de taak die ze uitvoeren.
2. Verstrek het Facilitair Service Centrum duidelijk omschreven doelen
Om in één richting te gaan, moeten mensen hun bestemming goed begrijpen.
Onderzoek toont aan dat prestaties verbeteren in situaties waarin er duidelijke doelen zijn om op te richten.
Verbind bedrijfs-, team- en individuele doelstellingen met elkaar en met meetbare resultaten.
3. Bevorder efficiënte teamvergaderingen
Volgens een onderzoek van Microsoft Office verspillen professionals tot 3,8 uur per week aan onproductieve vergaderingen.
Het lijkt niet redelijk om afdelingen effectief te laten werken en samenwerken zonder werkbesprekingen.
Je kunt de effectiviteit van werkbesprekingen echter sterk bevorderen door in die besprekingen KPI rapportages en mogelijke vervolgacties centraal te stellen.
10. Vier eigenschappen die de effectiviteit van
een Facilitair Service Centrum ondermijnen
Vier eigenschappen kunnen de effectiviteit van een servicedesk bevorderen of juist ondermijnen, afhankelijk van hoe ze worden ingevuld.
1. Grote omvang
Vuistregel: het centrum of een afdeling bevat niet meer dan twintig mensen.
Onze bevindingen tonen aan dat de omvang van teams en afdelingen toeneemt.
Diezelfde bevindingen laten zien dat naarmate de omvang van het team groter is dan twintig leden, het niveau van natuurlijke samenwerking tussen leden van het team afneemt.
Mensen gaan meer solitair werken en daarmee verliest men overzicht en gaat de integrale aanpak verloren.
2. Virtuele participatie
Thuiswerkdagen en kantoortuinen en werken op afstand benadelen de effectiviteit van een Facilitair Service Centrum.
Deze werkmethoden kunnen de efficiëntie en de productiviteit bevorderen, maar de effectiviteit van een eenheid gaat achteruit.
Onderzoek toont aan dat naarmate teams virtueler worden, de samenwerking afneemt. Ook hierbij gaat het overzicht verloren en daarmee de integrale aanpak.
3. Diversiteit
Heb je teams nodig voor innovatie, dan werkt diversiteit in een team absoluut bevorderend op de resultaten.
De uiteenlopende kennis, opvattingen en achtergronden kunnen inzicht en innovatie aanwakkeren.
Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat hoe hoger het percentage mensen is dat niemand anders in het team kent en hoe groter de diversiteit, des te kleiner de kans is dat de teamleden kennis delen.
Een Facilitair Service Centrum dat bestaat uit eenlingen zal nooit effectief worden. Het wordt een helpdesk.
4. Te hoge onderwijsniveaus
Nogmaals, divers samengestelde teams genereren vaak hoge waarde door te putten uit een variëteit aan diep gespecialiseerde vaardigheden en kennis om nieuwe oplossingen te bedenken.
Echter in de praktijk blijkt dat hoe groter het percentage hoogopgeleide specialisten in een team is, des te waarschijnlijker het is dat het team uiteenvalt in onproductieve conflicten.
Service centrum werk is geen rocket science.
Een enkele Acadeem en Hbo’er heb je nodig, maar het gros van het werk op een servicedesk kunnen Mbo’ers uitstekend verrichten.
Conclusies en samenvatting
Vijf succes- en faalfactoren van het Facilitair Service Centrum
De servicedesk kan optimaal toegevoegde waarde bieden als de vijf faalfactoren zijn omgezet naar succesfactoren.
De vijf belangrijkste faal- en succesfactoren nog even samengevat zijn:
1.Onvoldoende kennis
In het Facilitair Service Centrum is onvoldoende kennis van de klant en zijn business aanwezig.
Met klantkennis en kennis van zijn business kan het service centrum adequaat inschatten wat belangrijk is en wat minder belangrijk is en daarnaar handelend optreden.
2. Regie & Demand Management
Regie en Demand Management zijn bij en door de opdrachtgever onvoldoende ingevuld.
De servicedesk geeft invulling aan de operationele regiefunctie. Die functie werkt samen met de tactische en strategische Regie & Demand Management.
Is het tactisch-strategische niveau onvoldoende ingevuld, dan komt de servicedesk onder te sterke invloed van de providers/dienstverleners te staan.
Zoals aangetoond hebben die laatste andere belangen dan die van de uitbesteder, hoe hard ze dat soms ook ontkennen.
Zonder adequaat Regie en Demand Management zal de toegevoegde waarde van de servicedesk snel ter discussie komen te staan.
De servicedesk zal vervallen tot een helpdesk. De service naar de gebruikersorganisatie zal daaronder lijden.
3. De verkeerde KPI’s
De verkeerde KPI's worden toegepast met betrekking tot het service centrum. Meestal zijn geïsoleerde op de eenheid in plaats van op de keten gerichte KPI’s hier van toepassing.
Goede KPI’s zijn gericht op de businessresultaten van de uitbesteder. Niet op de Facilitaire dienst of een onderdeel daarvan.
Natuurlijk kan een onderdeel prestatie indicatoren toepassen die geïsoleerd van waarde zijn. Mits het belang daarvan maar gerelativeerd wordt.
Lokale superprestaties kunnen ketenprestaties naar de kelder helpen, zoals we met voorbeelden hebben gezien.
4. De servicedesk wordt geïsoleerd beoordeeld op kosten
Zoals gezegd, ketenkosten en de invloed van de servicedesk op die kosten, daar gaat het om.
Ook vergelijkingen met andere service centra, zoals van HRM of ICT, gaan mank.
5. Specifieke HRM aspecten
Specifieke HRM aspecten die horen bij een facilitaire servicedesk worden niet onderkend of niet toegepast.
Een faal- en succesfactor die vaak over het hoofd wordt gezien, maar HRM afgestemd op een Facilitair Service Centrum kan de performance maken en breken.
Hoe verder?
Wil je echt weten hoe je een succes maakt van Facilitaire dienstverlening in relatie met uitbestedingen in hard en/of soft services?
Zorg dan dat je het vak Regie & Demand Management beheerst.
Meer informatie hierover >>
-
Koos
Terug van Vijf Succes- en Faalfactoren van het Facilitair Service Centrum naar Facility Management