
Reshoring trend
In 2012 publiceerden we een artikel met de kop: "Gaat een reshoring trend zorgen dat industrie terug naar Nederland komt? Kunnen partijen zoals de sociale werkvoorziening hiervan profiteren?"
Anno 2017 leek het of er een trend is doorgezet. Philips heeft bijvoorbeeld de productie van scheerapparaten uit China teruggehaald naar Drachten.
In 2016 haalde Adidas een fabriek terug naar Duitsland. President Trump zei in 2018 nog dat hij banen wilde terughalen.
Zet de trend door? We gingen op onderzoek uit.
De maatschappelijke waarde van reshoring
Om mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt weer aan het werk te helpen, zou het kunnen helpen om productiewerk uit lagelonenlanden terug te halen. Het terughalen van productiewerk kent ook andere voordelen, zoals:
de mogelijkheid te sturen op duurzamere productie;
lagere logistieke en transportkosten;
kortere reactietijden;
directere kwaliteitscontrole;
en, sinds de Corona crisis een nieuw punt, in onze voorzieningen minder afhankelijk zijn van het verre Oosten.
Een Rotterdams reshoring initiatief veroorzaakte in 2012 dat elektrische scooters in Rotterdam werden geassembleerd.
De productie van deze scooters gebeurde met inzet van personeel uit de sociale werkvoorziening. Start van een nieuwe industriële trend vroegen we ons toen af?
Hoe ziet de reshoring en resourcing trend eruit?
Reshoring is een onderwerp dat in de afgelopen tijd vooral in de USA sterk in de belangstelling stond. Niet in het minst door de aandacht die de Trump-regering in navolging op Obama aan dit onderwerp heeft gegeven.
Resourcing, de tegenovergestelde beweging van outsourcing, en reshoring, werk uit lagelonenlanden terughalen, is in de USA sterker waarneembaar dan in Nederland. Een spectaculair voorbeeld hiervan was General Motors, dat 3000 IT-medewerkers van HP overnam en intern ging inzetten en aansturen.
De drijvende kracht achter deze beweging was het gebruik van nieuwe technologie die het voor GM mogelijk moest maken om sneller op nieuwe ontwikkelingen in te spelen.
Randy Mott, CIO van GM zei daarover: "Bedrijven die de concurrentieslag winnen, zijn bezig uit te vinden hoe ze meer kunnen bijdragen, hoe ze dat sneller kunnen doen en hoe de IT ontvankelijker kan worden zodat productielijnen sneller kunnen veranderen."
Maar, sindsdien is het stil geworden rond de resourcing en een ICT reshoring trend nemen we niet waar.
Reshoring trend in de textielindustrie
De reshoring trend in de industrie is nog minder spectaculair dan in de IT. Zelfs in Amerika is slechts sprake van zeer beperkt aantal (enkele duizenden) banen die in de afgelopen jaren daadwerkelijk zijn teruggehaald.
Zuid-Europese landen zoals Spanje, Italië en Portugal doen het in dit opzicht beter. Een belangrijke driver is hier de textielindustrie.
Modeketens zoals ZARA wisselen hun collectie in de winkel bijna iedere maand.
Een winkel in Amsterdam heeft bovendien meestal een andere collectie dan de ZARA-winkel in Breda en die wijkt ook weer af van de collectie in de ZARA-winkel in Deventer.
Dat verschijnsel in de winkel is alleen mogelijk dankzij nieuwe productiemethoden die dicht bij de verkooppunten worden toegepast en waarmee collecties in kleine aantallen heel snel kunnen worden ontworpen, gefabriceerd en verkocht.
Het economische succes van ZARA is voor een belangrijk deel gebaseerd op de afwezigheid van zogenaamde ‘winkeldochters’. Voor wie niet thuis is in de detailhandel: Winkeldochters zijn voorraden van slecht verkopende artikelen. ‘Uitverkoop’ kent men bij ZARA eigenlijk ook niet.
In Nederland is de textielindustrie in de vorige eeuw volledig weggevaagd en verplaatst naar lagelonenlanden. Hetzelfde geldt op een enkele kleine uitzondering na voor de leerindustrie. In de metaalindustrie geldt dit in mindere mate, omdat hier de logistieke kosten vaak doorslaggevend zijn.
In de genoemde Zuid-Europese landen is altijd een lokale textielindustrie (en leerindustrie) blijven bestaan. Er is daar altijd een industriële infrastructuur aanwezig gebleven en er waren vakmensen en opleidingsfaciliteiten beschikbaar.
ZARA heeft hiervan geprofiteerd door haar productie in die landen sterk uit te breiden en daardoor haar collectiestrategie mogelijk te maken.
In Nederland is die infrastructuur voor textiel en leer verdwenen en dat maakt dat het zeer moeilijk is om de voorbeelden uit Zuid-Europa na te bootsen.
Over het algemeen zijn ook de arbeidskosten voor industrieel werk in Nederland minder concurrerend dan in Zuid-Europese landen.
Reshoring trend in de maakindustrie
Philips produceerde scheerapparaten in Zhuhai, China en haalde productie van de goedkopere apparaten terug naar Drachten.
Door robots in te zetten en te besparen op transportkosten voor de afzet in West-Europa wist Philips de kosten te reduceren.
Veel werkgelegenheid levert dat helaas niet op.
Adidas bouwde afgelopen jaar een volledig gerobotiseerde sportschoenen fabriek in Duitsland en in The USA.
Ook hier werd de productie volledig geautomatiseerd en komen er geen mensenhanden aan te pas. Is hierbij een trend zichtbaar?
De heer Kasper Rorsted (CEO Adidas) zei hierover kortgeleden: "Ik zie voor de komende vijf tot tien jaar de volledige automatisering nog niet doorzetten. Semi-geautomatiseerde productie in Azië is nog steeds aanzienlijk sneller en goedkoper dan alle 3D-druktechnologieën.”
De twee fabrieken dienen meer als ontwikkelcentra waarmee men ervaring kan opdoen met nieuwe productietechnieken.
In deze fabrieken vindt maar een fractie (minder dan één procent) van de totale Adidas productie plaats. Van daadwerkelijk reshoring is geen sprake.
Rorsted sloot af met de woorden: “large-scale reshoring is an illusion”
Signalen van een mogelijk ontwikkelende reshoring trend in de metaalindustrie
In 2012 schreven we over een Rotterdamse fabriek die elektrische scooters assembleerde.
Deze ESFA-fabriek deed dit voor een belangrijk deel door medewerkers van de sociale werkvoorziening op te leiden en in te zetten.
De assemblage van deze scooters was teruggehaald uit China. En met succes. Alle partijen waren lovend over de resultaten van dit project.
We schreven toen al dat het belangrijker was om naar het businessmodel van ESFA te kijken.
De business case van ESFA
ESFA was een initiatief van de gemeente Rotterdam. Rotterdam heeft jaarlijks een subsidiepotje van ongeveer 15 miljoen euro beschikbaar voor het stimuleren van zogenaamde ‘groene’ technologie en voor het productief maken van mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt.
De ESFA-fabriek werd daarnaast gesteund door Europese subsidiefondsen.
Ook de afnemers van deze elektrische scooters werden fors gesubsidieerd. Bedrijven die zo’n scooter aanschaften konden tot 50 % investeringssubsidie krijgen. Daarnaast konden afnemers voor het installeren van oplaadpunten forse subsidies opstrijken.
We schreven in 2012: "Duidelijk is dat dit soort projecten geen massale navolging kan krijgen, al was het maar omdat de daarvoor beschikbare subsidiepotjes ontoereikend zijn.
En zonder subsidie is een in China vervaardigde scooter ondanks de transportkosten toch nog aanmerkelijk goedkoper dan een in Nederland vervaardigde scooter. We zien hier geen ontluikende reshoring trend."
Deze woorden zijn ondertussen waarheid geworden. ESFA bestaat niet meer en de resten van het bedrijf zijn ondergebracht bij een Utrechts leerwerkbedrijf dat mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt begeleid.
Maar, als reshoring geen structureel perspectief biedt, wat zijn dan de alternatieven?
Alternatieven voor de inzet van mensen uit de voormalige sociale werkvoorziening
Een voorbeeld van een metaalbedrijf dat massaal medewerkers van de sociale werkvoorziening inzet.
Ferro-Fix
Ik word gebeld door Radio 1. De NOS wil mijn mening horen over reshoring, welke kansen hier liggen en hoe ik aankijk tegen de quotumverplichtingen in de participatiewet en de praktijk van Ferro-Fix in Rotterdam.
Het beeld dat wij van de resourcing en reshoring trend hebben en dat ik de NOS-mensen heb voorgehouden, dat beeld ken je nu wel denk ik.
Vervolgens vraagt de verslaggever mij aan de hand van de Ferro-Fix case: “Wat betekent invoering van de participatiewet voor het Nederlandse bedrijfsleven?” Mijn antwoord vind je verderop maar eerst even nog wat achtergrond informatie.
Reshoring uit Polen: De Ferro-Fix business case
Ook Ferro-Fix draait om gesubsidieerd werk. De gemeenten Rotterdam, Capelle, Groningen en anderen hebben een belangrijke productieorder (ondergrondse containers voor huishoudelijk afval) gegund aan deze metaalondernemer onder de conditie dat die gebruik zou maken van medewerkers van de sociale werkvoorziening.
De containers die Ferro-Fix produceert werden tot voor kort in Polen geproduceerd en ook hier is dus sprake van terughalen van werk naar Nederland (reshoring).
Dit werk is in mei 2012 in het kader van de wet ‘Werken naar Vermogen’ ondergebracht bij Ferro-Fix. Met deze beweging zijn ook 125 medewerkers overgegaan van de sociale werkvoorziening naar Ferro Fix.
Ferro-FIX levert kwalitatief en kostenprijstechnisch een redelijk marktconform product. Als Nederlandse gemeenschap betalen we wel een iets hogere prijs voor de Ferro-Fix producten via een landelijke subsidieregeling gericht op het drukken van de loonkosten.
Dit laatste is noodzakelijk omdat de productiviteit van de betrokken ex-sociale werkvoorziening medewerkers lager ligt dan gebruikelijk is in de metaalindustrie. Er lijkt veel voor te zeggen om op die manier mensen vanuit de sociale werkplaatsen over te hevelen naar het bedrijfsleven.
Ferro-FIX bestaat nog steeds maar is nog steeds afhankelijk van subsidies en van gemeenten die vanwege het ideaal afzien van goedkopere producten uit niet Westerse landen.
Hoe verder?
De wereldwijde reshoring trend zal geen oplossing bieden. IT-werk dat deels wel terugkomt naar Nederland biedt weinig soelaas voor de doorsnee medewerker van de sociale werkvoorziening.
Het beleid van de gemeente Rotterdam in relatie met ESFA en Ferro-Fix is zo gek nog niet. Werk terughalen naar Nederland en dat werk gesubsidieerd uit laten voeren door medewerkers van de sociale werkvoorziening.
Op de lange duur blijken dergelijke bedrijven niet echt marktconform te werken en afhankelijk van gemeentelijke opdrachten.
De participatiewet vormt een oplossing voor de medewerkers van de sociale werkvoorziening die daardoor in het bedrijfsleven kunnen worden ingezet en voor het rijk dat op subsidie wil bezuinigen.
Maar zonder loonkostensubsidie werkt dat niet. Zonder subsidie stijgen de productiekosten in Nederland en daalt onze productiviteit. Een participatie wet die een daling van onze productiviteit veroorzaakt zal eerder offshoring een boost geven dan een reshoring trend versterken.
Wat zou er kunnen gebeuren?
Is er toekomst voor een reshoring trend?
De productiekosten van een industriële robot worden geraamd op gemiddeld € 5 per uur. (schatting gemaakt door de Duitse robotfabrikant Kuka)
Een werknemer in een West-Europese fabriek kost globaal 50 euro per uur. Een Chinese werknemer kost ongeveer 10 euro per uur.
Chinese fabrikanten kiezen er daarom in toenemende mate voor om meer robots te installeren. Zo blijft het werk in China (wat deze eeuw ook een grote afzetmarkt is geworden).
Onze conclusie kan alleen maar zijn dat Kasper Rorsted profetische woorden heeft gesproken:
De Reshoring Trend is een illusie
-
Koos Overbeeke
Relevante linken bij Reshoring trend:
Terug van reshoring trend naar Offshoring en Reshoring